Vragen van ouders uit mijn boek:
- Is een typecursus goed voor mijn dyslectische zoon?
- Wordt mijn kind misschien gepest?
- Geen vriendjes mee naar huis
- Huiswerk in de vakantie?
- Beheerst mijn zoon de basisstof?
- Rekening houden met de ander
- Passend onderwijs voor mijn zoon
- Veranderen van school: do’s en don’ts
- Mijn dochter verlangt teveel van haarzelf
- Verplicht douchen na de gym?
Lees hier ingezonden vragen met antwoord.
Mijn zoon zit in groep 5 en het valt me op dat hij nog niet goed klok kan kijken. Ik vraag hem weleens of hij weet hoe laat het is maar dan wordt hij boos en wil er niks van weten. Leren ze wel klokkijken op school of moet ik dit zelf met hem oefenen?
Klokkijken of kloklezen is een onderdeel van het rekenprogramma op school. Het begint al met tijdsbesef in de kleutergroepen. Er wordt aandacht besteed aan de begrippen ochtend, middag, avond. Ook de begrippen groot en klein, boven en beneden, vóór en over komen aan bod. Belangrijke voorkennis voor het leren klokkijken!
Vanaf groep 3/ 4 gaan de kinderen echt aan de slag met klokkijken. Ze leren de halve en de hele uren. Daar komen al snel de kwartieren en minuten bij. In de middenbouw leren de kinderen ook het lezen van de digitale klok. In de bovenbouw wordt er steeds meer gewerkt met opgaven waarin het kloklezen wordt toegepast. Dan wordt ook steeds meer duidelijk waarom kloklezen zo belangrijk is. Hoeveel tijd heb je nog voordat de voetbaltraining begint? Hoe laat vertrekt de bus en hoelang doet een trein erover om in Utrecht te komen? Het zijn situaties die voor kinderen herkenbaar zijn en die ze gaan tegenkomen in het dagelijks leven.
Veel kinderen vinden kloklezen moeilijk. Het is dan ook heel fijn als er thuis geoefend wordt. Hoe kun je je zoon helpen?
- Je kind steeds wijzen op de klok en vragen hoe laat het is, heeft niet veel zin als dit nog te moeilijk is. Het frustreert en daardoor wil een kind soms helemaal niet meer leren klokkijken.
- Beter is om eerst maar eens te gaan oefenen met een klok waarvan je de wijzers zelf kan verschuiven. Ze zijn in speelgoedwinkels te koop maar je maakt er ook heel snel een van karton of papier:
- Knip of teken een grote ronde cirkel en noteer de cijfers 1 t/m 12 op de juiste plaats. Teken ook de kleine streepjes voor de minuten. Knip een smalle strookje als wijzer. Begin met alleen de grote wijzer te bevragen. Oefen bijvoorbeeld het snel benoemen van ‘kwart voor, kwart over, half, vijf voor half, tien voor etc. Laat de enkele minuten nog even achterwege. Die komen pas aanbod als het hele systeem van klokkijken goed is begrepen.
- Pas wanneer de grote wijzer goed is ingeoefend kan de kleine wijzer erbij komen. Een kleiner strookje( in een andere kleur) gaat nu aanwijzen vóór of óver welk uur die wijzer dan staat.
- Ook bij het aanleren van de digitale klok is het verstandig om met de minuten te beginnen. Wat zeg je bijvoorbeeld als er 15 achter de dubbele punt staat? ‘kwart óver’. Zo oefen je eerst de :15, :20, :25, :30, :35 later komen daar de uren weer bij.
- In de middenbouw leren de kinderen ook al de middagtijden en de avonduren. Er komt dan steeds 12 uur bij. Leg dit je kind pas uit als hij de gewone digitale klok goed doorheeft.
- Oefen elke dag kort! Maximaal 10 minuutjes en je kind zal alle stapjes in zijn geheugen gaan opslaan. Vertel je kind dat alle kinderen kunnen leren klokkijken en dat hem dat ook gaat lukken. Geef veel complimentjes als het al een beetje lukt. Je zoon moet zijn zelfvertrouwen terug krijgen en dat lukt als je vooral met kleine stapjes blijft oefenen.
- Pas wanneer je zoon het principe doorheeft, kun je opzoek gaan naar leuke oefeningen op internet of in de appstore. Kijk bijvoorbeeld eens op spelletjesplein.nl .
Hoe oefen je “woordenschat”?
Mijn dochter zit in groep 5 en ze kan redelijk goed mee. Ze scoort alleen al jaren onvoldoende voor woordenschat. Ik zou haar graag hiermee helpen maar heb geen idee hoe je dit aanpakt. Heb je tips?
Een goede woordenschat is een hele belangrijke basis. Je hebt een goede woordenschat nodig om te communiceren; om te begrijpen wat je hoort, te kunnen spreken, te begrijpen wat je leest en om te schrijven. Heel goed dus om met je kind te oefenen.
In de klas wordt ook veel aandacht besteed aan woordenschatontwikkeling. Nieuwe woorden worden eerst onderdeel van de passieve woordenschat: dit is een schat aan woorden die een kind begrijpt maar nog niet zelf gebruikt. Pas als een kind een woord heel vaak hoort zal het worden opgenomen in de actieve woordenschat: het kind heeft het woord eigen gemaakt en gebruikt het nu zelf. Om het woord ook nog eens te kunnen uitleggen vraagt een grote taalvaardigheid en is dus een kunst apart.
Oefenen met woordenschat werpt niet heel snel vruchten af en zal niet meteen tot betere toetsresultaten leiden, maar het is zeker voor de lange termijn heel waardevol!
Wat kun je doen?
- Lezen vergroot de woordenschat van je kind! Ga samen met je dochter opzoek naar boeken die zij leuk vindt en stimuleer om dagelijks te lezen.
- Zorg dat je je dochter een talige omgeving biedt waarin ze veel Nederlandse taal hoort. Praat zelf veel Nederlands met haar, maak woordgrapjes, breng tijd met haar door.
- Ook voorlezen is op deze leeftijd erg goed voor de woordenschatontwikkeling. Door na en tijdens het voorlezen kort te praten over moeilijke woorden of delen van het verhaal, help je met het begrijpen en eigen maken van de woorden.
- Vraag de leerkracht van je kind welke woorden er behandeld worden bij woordenschat en spelling of welk thema er aan bod is in de klas. Praat met je kind over dit thema of zoek in de bieb boekjes.
- Op internet kun je over heel veel thema’s een Klokhuisaflevering opzoeken. Door samen naar zo’n aflevering te kijken volgen er vanzelf gesprekjes over en worden nieuwe woorden herhaald. De site hetklokhuis.nl heeft een zoekbalk voor afleveringen met een bepaald thema.
- Gericht oefenen is zeker zinvol. Alle woordenschatoefeningen op internet zijn prima. Kijk eens op leestrainer.nl/woordenschat of www.meestermichael.nl (onder het kopje taal)
Teveel gamen
Mijn zoon van 10 jaar zit graag achter de computer. Wanneer hij moet stoppen wordt hij boos en is er telkens strijd. Vervolgens loopt hij zich te vervelen en blijft maar mopperen. De vakantie komt eraan en ik wil niet dat hij niets anders doet dan gamen. Hoe voorkom ik de strijd?
Veel ouders maken zich zorgen over het teveel gamen of ander beeldschermgebruik van hun kinderen. Het is voor jonge kinderen natuurlijk niet gezond om vele uren achter elkaar zittend spelletjes te spelen op een computer. Het is slecht voor de ogen en voor het hele lijf en brein als een kind te veel stil zit en te eenzijdig bezig is. Het is dus goed om regels te maken en deze te handhaven. Net zoals je niet wilt dat je kind de hele snoep- en koekvoorraad leeg eet, wil je ook niet dat het onbeperkt achter een beeldscherm mag zitten.
Tips:
-Regels samen opstellen.
Het allerbelangrijkste is om duidelijke afspraken te maken en deze te handhaven. Elke dag opnieuw strijd leveren verpest de sfeer in huis en de relatie met je kind. De regels moeten duidelijk zijn en je kind moet ermee instemmen. De consequentie bij het niet naleven van de regels moet ook vastliggen. Bijvoorbeeld: Zit je na de afgesproken tijd toch nog te gamen dan mag je de volgende dag niet achter een beeldscherm.
-Plan een gesprekje hierover met je kind.
Leg uit waarom je regels wilt en bekijk samen eens de website www.gameninfo.nl. (Je kind en gamen). Hier vind je uitleg en informatie die helpt te begrijpen waarom het beter is om afspraken te maken.
-Verdiep je eens in de spellen die je kind speelt. Soms is het voor een kind belangrijker om een spel uit te kunnen spelen en niet halverwege te moeten stoppen en alle resultaten kwijt te zijn. Sommige kinderen willen liever 1 keer lekker lang spelen dan steeds maar een half uurtje.
-Bedenk samen met je kind alternatieven voor het gamen. Kinderen van 10 zijn best te verleiden om andere dingen te doen. Denk aan voetballen, koken, bakken, knutselen, waterpistolen of ballonnen, logeren bij vriendjes, bij oma of in een tentje in de tuin. Ga naar de bieb, het bos of een zwembad. Laat je kind de ideeën noteren op papier zodat hij ze bij verveling kan raadplegen. Jonge kinderen willen graag op weg geholpen worden. Help je zoon over de weerstand tegen iets anders doen heen, door ook eens samen iets te ondernemen. In plaats van “ga knutselen” is het dus beter om te kijken of er spulletjes zijn en wat hij zou kunnen maken. Of ga bijvoorbeeld samen naar de winkel om ingrediënten te kopen voor het bakken van iets lekkers.
-Het is goed om te beseffen dat gamen voor kinderen een leuke hobby is en dat het ook voordelen heeft. Er zijn ook veel spellen die leerzaam zijn en veel uitdaging bieden. Doe eens een spelletje mee en zoek eens samen naar alternatieven voor Fortnite zoals Minecraft of Roblox
Wordt mijn kind gepest?
Wij wonen in een dorpje met een kleine basisschool. Ik maak mij zorgen om zijn zoon. Hij zit in een kleine groep 5 en vindt niet veel aansluiting in de klas. Hij spreekt na school bijna nooit af. Laatst vertelde hij dat een klasgenoot tegen hem zei dat hij niet mee mocht doen met een tikspel op het schoolplein. Ik maak me zorgen of hij misschien gepest wordt. Heeft het zin om dit met de leerkracht te bespreken?
Een leerkracht is blij met alle informatie over de sociale omgang tussen de leerlingen in haar klas. Het is namelijk niet makkelijk om daar snel goed zicht op te krijgen. Het toezicht op het schoolplein wordt vaak verdeeld over de leerkrachten van de school. Dit betekent dat de leerkracht van je zoon vaak maar één of twee keer per week buiten loopt tijdens een speelkwartier. Ik zou dus zeker eens op school over je zorgen gaan praten. Je kunt de leerkracht vragen om je zoon eens te observeren tijdens het buitenspelen en in de klas.
-Welke indruk krijgt hij/ zij van je zoon ? Wordt je zoon inderdaad gepest? Speelt hij met anderen of staat hij alleen?
-Hoe is het tijdens de gymlessen en bij het samenwerken in het groepje?
– Heel belangrijk: Maakt je zoon een vrolijke indruk? Er zijn namelijk ook kinderen die het prettig vinden om een beetje op zichzelf te zijn. Als leerkracht heb je dat best snel in de gaten. Deze kinderen maken een gelukkige indruk en zijn niet snel van slag.
– Vraag ook de leerkracht van je zoon om collega’s in te lichten zodat zij tijdens het buiten spelen alert kunnen zijn.
– Het is verstandig om een vervolg afspraak te maken zodat jullie de bevindingen van de leerkracht kunnen bespreken.
Als ouder is het goed om in gesprek te blijven met je kind. Ga hem niet steeds uithoren maar toon interesse en vraag af en toe eens zaken als: Wat vind je leuk bij het buitenspelen? Wat deden jullie bij de gym? Hoe ging het overblijven, wat doe je graag na het boterhammen eten? Probeer ‘tussen de regels door te lezen’ bij wat je kind vertelt.
Wanneer je kind aangeeft op het schoolplein met regelmaat gepest te worden dan is het goed om snel aan de bel te trekken. Je mag dan van de school verwachten dat er actie wordt ondernomen.