Mijn kind heeft moeite met klokkijken.

Mijn zoon zit in groep 5 en het valt me op dat hij nog niet goed klok kan kijken. Ik vraag hem weleens of hij weet hoe laat het is maar dan wordt hij boos en wil er niks van weten.  Leren ze wel klokkijken  op school of moet ik dit zelf met hem oefenen?

Klokkijken of kloklezen is een onderdeel van het rekenprogramma op school. Het begint al met tijdsbesef in de kleutergroepen. Er wordt aandacht besteed aan de begrippen ochtend, middag, avond. Ook de begrippen groot en klein, boven en beneden, vóór en over komen aan bod. Belangrijke voorkennis voor het leren klokkijken!

Vanaf groep 3/ 4 gaan de kinderen echt aan de slag met klokkijken. Ze leren de halve en de hele uren. Daar komen al snel de kwartieren en minuten bij. In de middenbouw leren de kinderen ook het lezen van de digitale klok. In de bovenbouw wordt er steeds meer gewerkt met opgaven waarin het kloklezen wordt toegepast. Dan wordt ook steeds meer duidelijk waarom kloklezen zo belangrijk is. Hoeveel tijd heb je nog voordat de voetbaltraining begint? Hoe laat vertrekt de bus en hoelang doet een trein erover om in Utrecht te komen? Het zijn situaties die voor kinderen herkenbaar zijn en die ze gaan tegenkomen in het dagelijks leven.

Veel kinderen vinden kloklezen moeilijk. Het is dan ook heel fijn als er thuis geoefend wordt. Hoe kun je je zoon  helpen?

  • Je kind steeds wijzen op de klok en vragen hoe laat het is, heeft niet veel zin als dit nog te moeilijk is. Het frustreert en daardoor wil een kind soms helemaal niet meer leren klokkijken.
  • Beter is om eerst maar eens te gaan oefenen met een klok waarvan je de wijzers zelf kan verschuiven. Ze zijn in speelgoedwinkels te koop maar je maakt er ook heel snel een van karton of papier:
  • Knip of teken een grote ronde cirkel en noteer de cijfers 1 t/m 12 op de juiste plaats. Teken ook de kleine streepjes voor de minuten. Knip een smalle strookje als wijzer. Begin met alleen de grote wijzer te bevragen. Oefen bijvoorbeeld het snel benoemen van ‘kwart voor, kwart over, half, vijf voor half, tien voor etc. Laat de enkele minuten nog even achterwege. Die komen pas aanbod als het hele systeem van klokkijken goed is begrepen.
  • Pas wanneer de grote wijzer goed is ingeoefend kan de kleine wijzer erbij komen. Een kleiner strookje( in een andere kleur) gaat nu aanwijzen vóór of óver welk uur die wijzer dan staat.
  • Ook bij het aanleren van de digitale klok is het verstandig om met de minuten te beginnen. Wat zeg je bijvoorbeeld als er 15 achter de dubbele punt staat? ‘kwart óver’. Zo oefen je eerst de :15, :20, :25, :30, :35  later komen daar de uren weer bij.
  • In de middenbouw leren de kinderen ook al de middagtijden en de avonduren. Er komt dan steeds 12 uur bij. Leg dit je kind pas uit als hij de gewone digitale klok goed doorheeft.
  • Oefen elke dag kort! Maximaal 10 minuutjes en je kind zal alle stapjes in zijn geheugen gaan opslaan. Vertel je kind dat alle kinderen kunnen leren klokkijken en dat hem dat ook gaat lukken. Geef veel complimentjes als het al een beetje lukt. Je zoon moet zijn zelfvertrouwen terug krijgen en dat lukt als je vooral met kleine stapjes blijft oefenen.
  • Pas wanneer je zoon het principe doorheeft, kun je opzoek gaan naar leuke oefeningen op internet of in de appstore.  Kijk bijvoorbeeld eens op spelletjesplein.nl  .

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven